Hoe vol is jouw rug? Is hij al vol genoeg? Vaak weet je het wel. Maar wat moet je dan? Terugschuiven? De boel in het honderd laten lopen?
Het is een gemeen dilemma. En het lijkt alsof je geen keuze hebt. Maar dat is wel zo hoor. Jouw rug doet er namelijk toe. Zorg je je rug beschermt en niet door je hoeven zakt.
Mijn richtlijn is: je moet je werk goed kunnen tillen én erbij kunnen lachen. En als lachen lastig is (en je vooral die volbeladen rug voelt), kom dan eens bij me langs!
Voor als je een matige of slechte dag hebt. En niet zo aardig bent naar jezelf…Dit is mijn vriendschapsverklaring naar mezelf. Misschien kun jij er ook wel iets mee!
Af en toe slaat de paniek toe. En overzie je het niet meer. Juist
in deze tijd. Corona is een gemene, onzichtbare onrust-brenger.
Het gebeurde net hier in huis, bij mijn dochter. Flinke
paniek. Alles zat tegen. En als je dát denkt, dan is ALLES een drama.
Als je veel stress ervaart is het lastig om ‘er weer uit te stappen’
en fris naar dingen te kijken.
Op zo’n moment heb je even een peptalk nodig. Iemand die je
troost en die luistert. Iemand die overzicht houdt en ingangen ziet om dingen
weer wat luchtiger te maken.
Een peptalk is een goed medicijn tegen stress-aanvallen. En
helpt om de draad weer op te pakken en te ontspannen.
Zorg goed voor jezelf. En regel een peptalk.
PS: mail me als je een peptalk wil (raymonde@hartenwerk.nl)
Met mijn hond loop ik over de dijk. En vandaag spreek ik een man van 76 jaar. We lopen samen op. En we vertellen elkaar hoe goed het wandelen voor ons is.
Hij vertelt dat hij mantelzorger is. Zijn vrouw heeft 6 jaar geleden een hersenbloeding gehad. En hij doet nu alles in huis. Hij wist niet dat het zoveel werk was.
Hij vertelt dat zijn vrouw geen emoties meer heeft. Dus ze is er wel, maar ze is anders geworden. De sprankeling is weg. Dat lijkt me niet niks…. Maar hij zegt: “Ook daar wen je aan, na 6 jaar”.
Hij besef iedere dag weer: “Zij kan er niks aan doen! En…zij zou het ook voor mij doen. We zijn al 55 jaar samen!”
Dat is nog eens liefde.
Ik ben onder de indruk. Hij dealt met de verandering. En maakt er wat van.
Het was tijdens de uitvaartdienst van mijn schoonvader. Vorige
weekend. Midden in de dienst vergat de pastoor dat mijn zwager nog zou spreken.
Hij ging al naar de afronding en hij riep mijn schoonzus naar voren. Er ontstond
wat onrust en er gingen wat vragende blikken heen en weer. Mijn zwager stond op
en liep naar voren.
Toen viel het kwartje bij de pastoor. En gelijk glipte de
woorden uit zijn mond: “ik schaam me dood!”
Ik moest lachen en voelde ontroering om zijn eerlijkheid. Eigenlijk
haalde zijn eerlijkheid alle spanning uit de lucht. En ik dacht: eerlijk toegeven
dat je een misser maakt, dat is super krachtig!
Vanmorgen zag ik het: Ik draai er omheen. Ik ga helemaal niet voelen! Nou…okay ik voel wat rand-dingen. Meestal iets van boosheid! En dan denk ik: zo zo…jij bent goed bezig met je gevoelens!
En het klopt. Ik ben er mee bezig. Ik zeg er veel over. En
ik denk er over. En ik pieker. En ik wakker nog wat extra gevoelens aan…
Maar écht voelen doe ik niet.
En als je dat doorhebt, dan ben je er bijna. Nog één vraag te
gaan. Wat doet het écht met je? Beseffen wat er nou eigenlijk geraakt is. En
het dan toelaten. Voelen. En doorademen.
Precies op dat moment ontspant je lijf.
En gebeurt er iets met de knoop in je buik. Of je
dichtgeknepen keel. Of je verkrampte nek.
En vergeet niet: Je bent nooit klaar. Maar je komt wel
verder.
Vandaag las ik een stukje over ‘opstaan en weer doorgaan’.
En dat raakte me.
Het ging over de turner Epke Zonderland. Op de Olympische Spelen van
2016 gebeurde er iets tijdens zijn oefening aan de rekstok. Hij kan lang
getraind en ernaar toegeleefd. Zijn hele leven stond in het teken van
deze bepalende wedstrijd. En hij had er zoveel voor gedaan. Alles. Vol
vertrouwen begon hij aan de oefening. Toen gebeurde er iets
onvoorstelbaars: hij greep mis op het ‘moment suprême’ en belandde op de
grond. Iedereen die keek hield de adem in. Wat zou hij gaan doen? Die
gouden medaille kon hij wel vergeten. Epke maakte toen een moedige
keuze. Hij stond op en koos ervoor om zijn oefening af te maken. Het
applaus daarna was oorverdovend. Daar stond een winnaar, ook al zou hij
de gouden plak niet krijgen.
Dat oorverdovende applaus. Dat heeft iets magisch. De oefening mislukt en toch… Epke maakt de oefening af.
Opstaan.
Als dingen tegenzitten is het soms bar lastig om op te staan en weer door te gaan.
Toch is opstaan waardig. En moedig. En helpt je trouwens letterlijk overeind.
Je voorstellen dat je op het allerergste moment – zoals bij Epke – valt en dan toch weer opstaat…en applaus krijgt!
Als je aan supervisie doet, dan ontkom je er niet aan. Je gaat kijken naar je leerpunten, naar wat nog niet super loopt of wat je lastig vindt.
Als je aan supervisie doet, dan ontkom je er
niet aan. Je gaat kijken naar je leerpunten, naar wat nog niet super loopt of
wat je lastig vindt.
Dit najaar ben ik er mee gestart. Met
supervisie. En als ik eerlijk ben, verbloem ik liever wat ik niet zo lekker
loopt. Niet dat je daar verder mee komt, maar toch. Het lijkt het veiligst.
Want als je je zwakke plekken verborgen houdt, lijk je toch redelijk sterk,
niet waar?
Maar, uiteindelijk ben je het toch zelf weer,
die daar op dat lastige punt staat (waarvan je weet dat je het zelf niet goed
weet). En tja, dat voelt dan eigenlijk helemaal niet veilig.
Snap je me nog?
Je schijn-veilig voelen doordat je
groothoudt. Je muren optrekken en je zwakke plekke niet laten zien. In eerste
instantie lijken die muren aardig stevig, maar in tweede instantie voelt het
helemaal niet zo stevig. En is het fijner om dat geworstel van binnen aan te
gaan.
Zo zag ik gisteren, tijdens de supervisie,
plotseling wat ik vergeten was. En zag ik wat ik wél had kunnen doen. Alsof er
nieuw lijntje in mijn hoofd gelegd werd…Een nieuwe verbinding, een inzicht.
Fouten zijn je belangrijkste bron om beter te
worden. Ze zijn hét kantelpunt waarin je dingen gaat aanscherpen en verder komt
dat je ooit kwam.
Van de zomer sprong ik van deze rots. Ik vond het een rotsprong. En ik heb er geen andere woorden voor. Het was rot om bovenaan te staan. En om daadwerkelijk over die rand heen te springen. Hup, de diepte in.
Ik sprong. En ik was vooral onder de indruk dat de sprong
helemaal niet leuk was.
Onlangs realiseerde ik me dat we in het echte leven ook af
en toe moeten springen. En soms is het echt een rotsprong. Een sprong waarvan
je weet dat het ‘goed’ is maar dat er werkelijk niks fijns aan is.
Ooit deed ik zo’n sprong. Ik woonde al jaren samen. Maar was
niet gelukkig. En ook al wist ik dat, ik kon mezelf niet losmaken. Losmaken
voelde als iets heel groots. Alsof ik ontrouw was aan wat ik ooit was aangegaan.
Loslaten kan heel groots zijn. Misschien helpt het je, om te weten dat er rotsprongen zijn.
Sprongen die je doet uit nood. Omdat je in een ongezonde relatie zit of werk
doet waar je ongelukkig van wordt.
Wil jij iets loslaten? Of wil je samen naar je sprong kijken? Je bent welkom!